Vertaling en analyse van woorden door kunstmatige intelligentie ChatGPT
Op deze pagina kunt u een gedetailleerde analyse krijgen van een woord of zin, geproduceerd met behulp van de beste kunstmatige intelligentietechnologie tot nu toe:
hoe het woord wordt gebruikt
gebruiksfrequentie
het wordt vaker gebruikt in mondelinge of schriftelijke toespraken
opties voor woordvertaling
Gebruiksvoorbeelden (meerdere zinnen met vertaling)
etymologie
Tekstvertaling met behulp van kunstmatige intelligentie
Voer een willekeurige tekst in. De vertaling zal worden uitgevoerd door middel van kunstmatige intelligentietechnologie.
Verbuiging van werkwoorden met behulp van de kunstmatige intelligentie ChatGPT
Voer een werkwoord in elke taal in. Het systeem geeft een tabel met de verbuigingen van het werkwoord in alle mogelijke tijden.
Vraag in vrije vorm aan kunstmatige intelligentie ChatGPT
Voer een vraag in vrije vorm in, in welke taal dan ook.
U kunt gedetailleerde zoekopdrachten invoeren die uit meerdere zinnen bestaan. Bijvoorbeeld:
Geef zoveel mogelijk informatie over de geschiedenis van de domesticatie van huiskatten. Hoe kwam het dat mensen in Spanje katten begonnen te domesticeren? Van welke beroemde historische figuren uit de Spaanse geschiedenis is bekend dat ze eigenaren zijn van huiskatten? De rol van katten in de moderne Spaanse samenleving.
разг.
1) (
не ссориться
) vivre en bonne intelligence (
или
en bons termes), bien s'entendre, faire bon ménage, être bien avec
qn
они не ладят - ils ne s'entendent pas, ils sont en mauvais termes
2) (
налаживать
) ajuster ; arranger
ладить одно и то же - c'est toujours la même rengaine
fréquenter le chien et le chat
ладить со всеми
leurs chiens ne chassent pas ensemble
они не ладят между собой
Definitie
ладить
несов. перех. и неперех.
1) разг. неперех. Жить дружно, в согласии, быть в ладу с кем-л.
2) а) местн. перех. Изготовлять, мастерить, строить.
б) Приводить в порядок, налаживать.
в) Настраивать (музыкальный инструмент).
3) разг.-сниж. Намереваться, готовиться (обычно с инфинитивом).
4) разг.-сниж. Стараться, норовить.
5) разг.-сниж. перех. Говорить одно и то же; твердить.